De regering besliste tijdens het opmaken van de begroting om de wetgeving inzake flexi-jobs aan te passen en daarmee ook het toepassingsgebied van de flexi-jobs uit te breiden. We overlopen even de wijzigingen die vermeld staan in de Programmawet van 22 december 2023. De wijzigingen zijn van kracht vanaf1 januari 2024.
1. Uitbreiding van de regeling inzake flexi-jobs
De sectoren waar flexi-jobs mogelijk zijn, kunnen we onderverdelen in 4 grote groepen:
Overzicht 4 groepen flexi-jobs | |
---|---|
Groep 1: sectoren waar flexi-jobs al mogelijk waren (paritair comité is voldoende) | Flexi-jobs blijven mogelijk - Geen opt-out mogelijk |
Groep 2: sectoren toegevoegd door de programmawet (paritair comité in combinatie met specifieke werkgeverscategorie) | Flexi-jobs mogelijk vanaf 2024 - Volledige of gedeeltelijke opt-out mogelijk en vervolgens volledige of gedeeltelijke opt-in mogelijk |
Groep 3: sectoren die op vraag van de deelstaten en op basis van een koninklijk besluit kunnen worden toegevoegd | Flexi-jobs mogelijk vanaf 2024 - Volledige of gedeeltelijke opt-in mogelijk op vraag van de deelstaten en op basis van een koninklijk besluit vervolgens volledige of gedeeltelijke opt-out mogelijk |
Groep 4: de rest van de privésector - overeenkomst sociale partners | Flexi-jobs mogelijk vanaf 2024 - Volledige of gedeeltelijke opt-in mogelijk en vervolgens een volledige of gedeeltelijke opt-out mogelijk |
Groep 1:
Het gaat hier over de sectoren waarvoor het al mogelijk was om met flexi-jobs te werken:
* PC 118: het paritair comité voor de voedingsnijverheid, beperkt tot:
1. de kleine (banket)bakkerijen (PSC 118.03 - RSZ kengetal 058);
2. de detailhandel in artisanale chocoladeproducten in gespecialiseerde winkels zoals omschreven in NACE-code 47242;
* PC 119: het paritair comité voor de handel in voedingswaren;
* PC 201: het paritair comité voor de zelfstandige kleinhandel;
* PC 202: het paritair comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;
* PC 202.01: het paritair subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven;
* PC 223: het paritair comité voor de sport;
* PC 302: het paritair comité voor de horeca;
* PC 303.03: het paritair subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;
* PC 304: het paritair comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, met uitsluiting van artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies die activiteiten omvatten zoals bepaald door de wet van 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;
* PC 311: het paritair comité voor de grote kleinhandelszaken;
* PC 312: het paritair comité voor de warenhuizen;
* PC 314: het paritair comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;
* PC 322: het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder één van de bovengenoemde paritaire comités.
* PC 330: het paritair comité voor gezondheidsinrichtingen en -diensten en de openbare instellingen en diensten van de publieke zorgsector met als NACE-code 86101, 86102, 86103, 86104, 86109, 86210, 86220, 86230, 86901, 86903, 86905, 86906, 86907, 86909, 87101, 87109, 87203, 87205, 87301, 87302 en 88102, met uitsluiting van zorgfuncties (= functies die taken omvatten behorend tot het materiële toepassingsgebied van de Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen).
Groep 2:
Vanaf 1 januari 2024 wordt het toepassingsgebied van de flexi-jobs uitgebreid naar een aantal nieuwe sectoren. Het gaat hierbij om werkgevers die onder de volgende paritaire comités / sectoren ressorteren:
* PC 112: het paritair comité voor het garagebedrijf voor de werkgevers die uitsluitend tot de werkgeverscategorie 064 behoren;
* PC 118: het paritair comité voor de voedingsnijverheid, enkel voor de werkgevers van wie de activiteit tot de volgende subsectoren behoort en met bijhorende werkgeverscategorie 048/051/052/258/848
1. 118.03: industriële en ambachtelijke bakkerijen, ambachtelijke banketbakkerijen, ambachtelijke roomijsfabrikanten en de consumptiesalons bij een ambachtelijke banketbakkerij;
2. 118.07: brouwerijen en mouterijen;
3. 118.08: drankennijverheid;
4. 118.09: groentenijverheid;
5. 118.10: vruchtennijverheid;
6. 118.11: vleesnijverheid;
7. 118.12: zuivelproducten;
8. 118.21: aardappelverwerkende nijverheid;
9. 118.22: aardappelschilbedrijven;
* PC 132: het paritair comité voor ondernemingen van technische land-en tuinbouwwerken, voor de landbouw (PC 144) en het tuinbouwbedrijf (PC 145) met bijhorende werkgeverscategorie 093/193/293/094/194/294/494/594
* PC 140.01: het paritair comité voor de autobussen en autocars uitsluitend voor de werkgevers die tot de werkgeverscategorie 085 behoren;
* PC 140.05: het paritair comité voor de verhuizing uitsluitend voor de werkgevers die tot de werkgeverscategorie 084 behoren;
* PC 200: het paritair comité voor de bedienden uitsluitend autorijscholen met werkgeverscategorie 010/210;
* PC 320: het paritair comité voor de begrafenisondernemers voor de werkgevers die uitsluitend tot de werkgeverscategorie 320 behoren;
* PC 323: het paritair comité voor het beheer van gebouwen, vastgoedmakelaars en dienstboden met werkgeverscategorie 112/113/037;
* De evenementensector voor bedrijven met NACE-hoofdcode bij de RSZ één van de volgende NACE-codes, en enkel voor functies die rechtstreeks verband houden met de organisatie van evenementen:
1. 90011 Beoefening van uitvoerende kunsten door zelfstandig werkende artiesten;
2. 90012 Beoefening van uitvoerende kunsten door artistieke ensembles;
3. 90022 Ontwerp en bouw van podia;
4. 90023 Gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken;
5. 90029 Overige ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten;
6. 90031 Scheppende kunsten, m.u.v. ondersteunende diensten;
7. 90032 Ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten;
8. 90041 Exploitatie van schouwburgen, concertzalen en dergelijke;
9. 90042 Exploitatie van culturele centra en multifunctionele zalen ten behoeve van culturele activiteiten;
10. 82300 Organisatie van congressen en beurzen;
11. 93199 Organisatie van sportevenementen;
12. 77292 Verhuur en lease van televisietoestellen en andere audio-en videoapparatuur;
13. 77293 Verhuur en lease van vaat- en glaswerk, keuken- en tafelgerei, elektrische huishoudapparaten en andere huishoudelijke benodigheden;
14. 77392 Verhuur en lease van tenten;
15. 77399 Verhuur en lease van andere machines en werktuigen en andere materiële goederen.
In deze sectoren kunnen de sociale partners ervoor opteren om de flexi-jobs volledig of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out). Na deze belissing kunnen ze beslissen om deze opnieuw (al dan niet gedeeltelijk) toe te laten.
Toelatingen (opt-in) of uitsluitingen (opt-out) worden pas actief via een jaarlijks te nemen koninklijk besluit dat in werking treedt op 1 januari van het volgende jaar.
Er wordt voorzien in een overgangsmaatregel die bepaalt dat, in 2024, toelatingen op kwartaalbasis in plaats van op jaarbasis mogelijk zijn.
Conclusie: voor deze groep van sectoren kan de mogelijkheid tot flexi-jobs veranderen per kwartaal in 2024. Vanaf 2025 kan dit elk jaar veranderen.
Groep 3:
Op vraag van de deelstaten en op basis van een koninklijk besluit (in principe ten vroegste vanaf het 2de kwartaal 2024) kunnen flexi-jobs geheel of gedeeltelijk worden uitgebreid tot:
* de werknemers en de werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) met als NACE-hoofdcode bij de RSZ kinderopvang (8891);
* de sector van het officieel onderwijs en het gsubsidieerd personeel van het door de gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs. Het toepassingsgebied (werkgeverscategorie en/of NACE-code) zal later meer precies bepaald worden, met name wanneer de gefedereerde entiteiten de opt-in doen;
* de werknemers en de werkgevers uit de sport-en cultuursector, voor zover de werkgevers niet onder de wet van 5 december 1968 ressorteren en enkel voor de werkgevers die één van de NACE-codes bij de RSZ onder de codes 93.1 (sport) of 90 (creactieve activiteiten, kunst en amusement) hebben. Het toepassingsgebied (werkgeverscategorie en/of NACE-code) zal later meer precies bepaald worden, met name wanneer de gefedereerde entiteiten de opt-in doen.
Groep 4:
In alle andere sectoren kunnen de sociale partners overeenkomen om de flexi-jobs alsnog geheel of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out).
Toelatingen (opt-in) of uitsluitingen (opt-out) worden ook voor deze groep pas actief via een jaarlijks te nemen koninklijk besluit dat in werking treedt op 1 januari van het volgende jaar.
Ook voor deze groep wordt er voorzien in een overgangsmaatregel die bepaalt dat, in 2024, toelatingen op kwartaalbasis in plaats van jaarbasis mogelijk zijn.
Tenslotte worden nog in alle sectoren de volgende functies uitgesloten uit het toepassingsgebied van de flexi-jobs:
* De artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies die activiteiten omvatten zoals bepaald door de wet van 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;
* De functies die taken omvatten behorend tot het materiële toepassingsgebied van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
2. Verhoging van de werkgeversbijdrage
Het flexi-jobsysteem wordt minder interessant aangezien de bestaande bijzondere bijdrage die de werkgevers verschuldigd zijn op het flexiloon, wordt verhoogd van 25% naar 28%. Deze verhoging betreft alle flexi-jobs (met inbegrip van de lopende flexi-jobs).
3. Striktere en nieuwe voorwaarden voor de uitoefening van flexi-jobs
Kwartaal T
De volgende voorwaarden zullen vanaf 1 januari 2024 van toepassing zijn voor kwartaal T; waarbij kwartaal T het kwartaal is waarin de flexi-job wordt uitgeoefend:
1) Band met een verbonden onderneming: Vanaf 1 januari 2024 zal het niet meer toegestaan zijn om een flexi-job uit te oefenen binnen een onderneming die verbonden is met een vennootschap waar de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft voor een tewerkstelling van minstens 80% van een voltijdse tewerkstelling van een referentiepersoon.
De inspectiediensten zullen ter plaatste controles uitvoeren naar deze verbondenheid.
2) Flexi-job bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld: Het zal niet meer mogelijk zijn om een flexi-job uit te oefenen bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld in het kader van een andere arbeidsrelatie.
Vroeger was deze combinatie toegestaan op voorwaarde dat de gewone arbeidsrelatie zich beperkt tot 80% van een voltijdse tewerksetlling.
Deze voorwaarde zal in de DmfA worden gecontroleerd. Op langere termijn kan deze voorwaarde ook gedeeltelijk in de Dimona worden gecontroleerd.
Vermindering van de arbeidstijd tussen T-4 en T-3
Personen die hun arbeidsvolume verlagen door van 100% in T-4 naar 80% in T-3 over te gaan, mogen gedurende de 2 kwartalen T en T+1 geen flexi-job uitoefenen. Dit wordt voortaan de 'wachtperiode' genoemd. Deze controle zal op basis van de loopbaangegevens bij Sigedis in de Dimona gebeuren. Concreet zal bij de indiening van een Dimona Flexi-job in kwartaal T de controle plaatsvinden voor zowel het verschil tussen kwartalen T-5 en T-4 als voor het verschil tussen de kwartalen T-4 en T-3.
Voorbeeld:
Kim wil een flexi-job uitoefenen vanaf 1 april 2024, het tweede kwartaal van 2024 (T). Kim werkt op dat moment 80% bij een andere werkgever.
De RSZ zal in eerste instantie nagaan of Kim drie kwartalen vroeger (T-3) ook al 80% werkt. Dat is het kwartaal dat liep van juli tot september 2023. Werkte Kim toen 100% Dan mag Kim niet flexi-jobben van april tot en met september 2024 (T en T+1).
Werkt Kim toen ook al 80%, dan controleert de RVA de situatie van het vorige kwartaal (T-4). Dat is dus de periode van april tot juni 2023. Als Kim toen 100% werkt, mag Kim van april tot en met september 2024 (T en T+1) niet als flexi-job werken.
Werkte Kim toen 80%, dan controleert de RSZ de situatie van januari tot maart 2023 (T-5), dus het vijfde kwartaal vóór aanvang van de flexi-job. Werkte Kim in dat kwartaal ook al 80%, dan mag Kim flexi-jobben.
Werkt Kim toen nog 100%? Dan mag Kim ook geen flexi-job uitoefenen van april tot en met september 2024 (T en T+1).
4. Flexiloon
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen:
* De horecasector: voor deze sector wordt het voorziene flexi-minimumloon behouden.
* Alle overige sectoren: met inbegrip van de sector van de gezondheidszorg, zal het basisflexiloon minstens gelijk moeten zijn aan het brutobedrag van het baremieke loon dat van toepassing is voor de uitgeoefende functie. Indien er geen loonbarema's zijn vastgelegd, dan moet het minstens gelijk zijn aan het GGMMI.
Het flexiloon (met inbegrip van de vergoedingen, premies en voordelen) mag voortaan niet meer bedragen dan150% van het minimumbasisloon van de betreffende sector of van het GGMMI.
Daarnaast is er vanaf 2024 een jaarlijks plafond van 12.000 EUR van toepassing op inkomsten uit flexi-jobs, met een uitzondering voor gepensioneerden. Boven dit bedrag is er geen fiscale vrijstelling meer zijn.
Naar aanleiding van deze wijzigingen is de raamovereenkomst aangepast. Er is een nieuwe versie aanwezig in Easy Online bij "Mijn E-documenten".