Recht op klein verlet bij de communie van het kind
Voor de eerste communie of het lentefeest van het kind is er algemeen geen recht op klein verlet. Op sectoraal vlak kan dit toch wel toegekend worden.
Voor de plechtige communie of het feest van de vrijzinnige jeugd heeft de werknemer recht op één dag klein verlet. Het klein verlet valt samen met de dag van plechtigheid. Wanneer de plechtigheid valt op een inactiviteitsdag dan mag het klein verlet opgenomen worden op de eerste activiteitsdag voor of na de plechtigheid.
Indien de werknemer niet werkt op de eerste activiteitsdag voor of na de dag van plechtigheid, dan verliest de werknemer zijn recht op klein verlet.
Bijvoorbeeld:
In de onderneming wordt er gewerkt van maandag tot vrijdag. De werknemer werkt enkel op dinsdag en donderdag en de plechtigheid viel op zondag. De werknemer verliest in dit geval het recht op klein verlet.
Een werknemer die gebruik wil maken van het klein verlet moet de werkgever op voorhand verwittigen. Als werkgever kan je een bewijs vragen van de plechtigheid.
Let op! Hierover zijn er vaak sectorale afwijkingen.
Bron: Artikel 30 van de Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 en het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, (de dienstboden), de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten.