Een wet van 20 maart 2023 verplicht de werkgever ertoe rekening te houden met strengere regels bij het gebruik van (een) opeenvolgende arbeidsovereenkomst(en) van bepaalde duur, gevolgd door (een) vervangingsovereenkomst(en). Deze wet voegt een artikel 11quater toe aan de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. Het artikel is verschenen in het Belgisch Staatsblad op 28 april 2023 en in werking getreden op 8 mei 2023.
Een werkgever kon, vóór de inwerkingtreding van deze wet, (een) arbeidsovereenkomst(en) van bepaalde duur afwisselen met (een) vervangingsovereenkomst(en) zonder dat er een regel bestond die het opeenvolgend gebruik van deze overeenkomsten beperkte.
De nieuwe wet bepaalt dat de duur van de opeenvolging van één of meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk en één of meerdere vervangingsovereenkomsten, zonder dat er een onderbreking is toe te schrijven aan de werknemer, niet langer mag zijn dan 2 jaar.
Indien deze regel niet wordt nageleefd, dan wordt de overeenkomst geacht voor onbepaalde duur te zijn gesloten. Dit houdt in dat de regels voor arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur toepassing vinden vanaf de eerste arbeidsovereenkomst van bepaalde duur die werd gesloten.
Er wordt evenwel eenmalig een uitzondering voorzien voor een vervangingsovereenkomst die volgt op verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk of wegens andere wettige redenen, zonder dat de totale duur van deze opeenvolging van overeenkomsten langer mag zijn dan 3 jaar. Wordt deze periode van 3 jaar overschreden, dan gelden de regels voor arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur.
Bron: Wet van 20 maart 2023 tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met het oog op de beperking van de duur van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten, BS 28 april 2023.