De regering wil werkgevers stimuleren om werknemers opleidingen te laten volgen. Daarom voorziet ze vanaf 2021 een nieuwe gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.
Wat zijn de voorwaarden voor de vrijstelling?
Om de vrijstelling te kunnen genieten, moet men voldoen aan een aantal voorwaarden:
- De medewerker moet al minstens 6 maanden in dienst zijn;
- De werkgever moet rekening houden met een minimum aantal opleidingsdagen. De werknemer moet minstens 10 dagen bijkomende opleiding volgen in een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen, naast de opleidingen die wettelijk of volgens de sector zijn opgelegd.
Voor kmo's wordt die voorwaarde versoepeld tot minstens 5 dagen in een ononderbroken periode van 75 kalenderdagen.
Bij een onderneming waarin ploegenarbeid of nachtarbeid wordt verricht, komen enkel de opleidingen met een minimumduur van 10 dagen gedurende een ononderbroken periode van 60 kalenderdagen in aanmerking voor de gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing opleiding van werknemers.
Schorsingen van de arbeidsovereenkomst verlengen de periode van 30, 60 of 75 kalenderdagen.
De 5 of 10 dagen gelden voor voltijdse werknemers. Voor deeltijdse werknemers geldt een pro rata toepassing.
Het aantal ononderbroken periodes van 30, 60 of 75 kalenderdagen waarin een in aanmerking komende opleiding wordt gevolgd, wordt beperkt tot 10 periodes voor eenzelfde werknemer bij eenzelfde werkgever.
- Zowel formele als informele opleidingen, die intern of extern worden georganiseerd, komen in aanmerking. De informele opleidingen mogen niet meer dan 10% van de minimale duur van 10 dagen gedurende een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen of 60 kalenderdagen uitmaken of 20% van de minimale duur van 5 dagen gedurende een ononderbroken periode van 75 kalenderdagen uitmaken. Eén dag opleiding wordt geacht overeen te komen met 7,6 uren opleiding.
- Opleidingen die verplicht zijn door een wettelijke of reglementaire bepaling of door een CAO, komen niet in aanmerking;
- De opleiding moet voor de werkgever onder beroepskosten vallen.
Hoeveel bedraagt de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing?
De gedeeltelijke vrijstelling bedrijfsvoorheffing opleiding bedraagt 11,75% van het totaal van de (begrensde) belastbare bezoldigingen die in aanmerking komen voor de vrijstelling van de werknemers die aan de voorwaarden voldoen voor deze fiscale maatregel. Deze bedrijfsvoorheffing moet u niet doorstorten aan de fiscus.
De belastbare bezoldigingen zijn de overeenkomstig artikel 31, tweede lid, 1° en 2° WIB vastgestelde belastbare bezoldigingen van de werknemers van de kalendermaand waarin de opleiding is beëindigd. Het vakantiegeld, de eindejaarspremie, de achterstallige bezoldigingen en de inkomsten die niet aan de bedrijfsvoorheffing worden onderworpen of bij verdrag zijn vrijgesteld, worden uitdrukkelijk uitgesloten uit de berekeningsbasis.
Bovendien worden de bezoldigingen slechts in aanmerking genomen ten belope van een bedrag van 3.500 EUR belastbaar per werknemer. Bij een deeltijdse tewerkstelling, wordt dit maximaal in aanmerking te nemen loonplafond geproratiseerd op basis van de tewerkstellingsbreuk.
Bij vragen of meer info, contacteer ons via mail of telefoon. Wij geven u graag advies.