De invoering van de veelbelovende maatregel voor werkgevers die werken in onroerende staat verrichten op locatie, heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Na bijna twee jaar wachten is het eindelijk zover !De bouwsector (en enkele andere sectoren) krijgen eindelijk de lastenverlaging op ploegenarbeid. De maatregel geldt bovendien met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2018.
Voor welke werkgevers?
Elke werkgever die ‘werken in onroerende staat’ verricht kan onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld worden van de doorstorting van een stuk bedrijfsvoorheffing. In de eerste plaats gaat het om werkgevers uit de bouwsector zelf (paritair comité 124), maar ook andere sectoren komen in aanmerking:
- PC 111: metaalconstructie
- PC 121: schoonmaak
- PC 126: hout en stoffering
- PC 144: landbouw
- PC 145: tuinbouw
- PC 149.01: elektriciens
Let op: bovenstaande lijst is geen limitatieve opsomming. Bovendien komen ook uitzendbedrijven en bedienden die werknemers in één van deze sectoren tewerkstellen in aanmerking.
Voor welke werknemers – voorwaarden:
Als werkgever actief in deze sectoren kunt u in aanmerking komen voor deze lastenverlaging voor werken:
- in onroerende staat (definitie zie hieronder)
- verricht op werven/op locatie;
- in één of meerdere ploegen van minstens twee personen (werknemers of bedrijfsleiders; studenten komen hiervoor niet in aanmerking), die hetzelfde of complementair werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die minstens een derde van hun arbeidstijd in ploegverband werken,
- en waarvoor u uw medewerkers een bruto uurloon van minstens 13,99 EUR betaalt (bedrag 2019)(dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd).
Bij een eventuele inspectie moet u als werkgever kunnen aantonen dat je aan elk van deze voorwaarden voldeed. Daarom is het aangewezen de nodige bewijsstukken bij te houden.
Hoeveel bedraagt deze lastenverlaging voor ploegenarbeid?
Voldoet u als werkgever aan al de bovenstaande voorwaarden, dan hoeft u een deel van de bedrijfsvoorheffing die u op de lonen van uw werknemers inhoudt niet door te storten naar de fiscus. Deze vrijstelling is retroactief van toepassing vanaf 1 januari 2018.
Het percentage waarvoor u vrijgesteld bent, wordt geleidelijk aan opgetrokken:
Jaar | Vrijstelling bedrijfsvoorheffing |
2018 | 3% van de belastbare bezoldigingen |
2019 | 6% van de belastbare bezoldigingen |
2020 | 18% van de belastbare bezoldigingen |
Wat zijn werken in onroerende staat?
Werken in onroerende staat zijn het bouwen, verbouwen, afwerken, inrichten, herstellen, onderhouden, reinigen en afbreken van een onroerend goed of een deel ervan.
Voorbeelden in deze context zijn:
- ruiten wassen;
- schilderwerken;
- dakwerken;
- schrijnwerk;
- tuinonderhoud;
Ook de levering met plaatsing van een roerend goed, dat door die plaatsing een onroerend goed wordt, valt hieronder.
Voorbeelden hiervan zijn:
- plaatsen van tegels;
- plaatsen van deuren of ramen;
- centrale verwarming of airco, inclusief branders, reservoirs en regel- en controletoestellen verbonden aan ketels of radiatoren;
- sanitaire installaties, inclusief alle vaste toestellen voor sanitaire of hygiënische doeleinden die de ondernemer aansluit op een waterleiding of riool;
- elektrische belinstallaties of alarminstallaties, al dan niet in het kader van brand- of diefstalpreventie;
- systemen waarmee een badkamer of keuken wordt uitgerust, zoals bijvoorbeeld afzuigsystemen.
Wat kan Sociaal Kantoor VDA voor u doen?
Meent u aanspraak te kunnen maken op deze vrijstelling , neem dan zo spoedig mogelijk contact met ons op, zodat we het nodige voor u kunnen doen.
Photo by Ivan Henao on Unsplash