Momenteel is de aanstelling van een vertrouwenspersoon in een onderneming niet verplicht. Dat is alleen verplicht als alle leden die de werknemers vertegenwoordigen in het comité voor preventie en bescherming op het werk daarom verzoeken.
De regering wil de aanstelling van een vertrouwenspersoon verplicht maken, behalve in ondernemingen met minder dan 50 werknemers. In ondernemingen met minder dan 50 werknemers zou de aanstelling verplicht blijven als alle leden die de werknemers in het CPBW vertegenwoordigen daarom verzoeken. De huidige regel zou dus voor de kleinste ondernemingen gehandhaafd blijven.
In bepaalde gevallen moet de vertrouwenspersoon tot het personeel van de onderneming behoren
Maakt jouw preventieadviseur psychosociale aspecten momenteel deel uit van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk? Dan moet, als er een vertrouwenspersoon wordt aangesteld, tenminste één van de vertrouwenspersonen een personeelslid van de onderneming zijn als je meer dan 20 werknemers tewerkstelt.
Het voorontwerp voorziet daarom in de volgende drie scenario's:
- Ondernemingen met meer dan 50 werknemers: een vertrouwenspersoon is in alle gevallen verplicht. Bovendien moet tenminste één van de vertrouwenspersonen altijd een personeelslid van de werkgever zijn. Dit is ook het geval als de preventieadviseur psychosociale aspecten deel uitmaakt van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.
- Ondernemingen met 20 tot 49 werknemers: een vertrouwenspersoon is over het algemeen niet verplicht. Als er echter een vertrouwenspersoon wordt aangesteld, moet tenminste één van de vertrouwenspersonen een personeelslid van de onderneming zijn als de preventieadviseur psychosociale aspecten deel uitmaakt van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
- Ondernemingen met minder dan 20 werknemers: een vertrouwenspersoon is over het algemeen niet verplicht. Als er toch een vertrouwenspersoon wordt aangesteld, hoeft deze niet noodzakelijk een personeelslid van de onderneming te zijn.
Belangrijke opmerking: de vertrouwenspersoon moet een opleiding en jaarlijkse bijscholingen volgen.
Binnen de twee jaar na zijn aanstelling, moet de vertrouwenspersoon een opleiding van minstens 5 dagen volgen. De kosten verbonden aan deze opleiding, evenals de verplaatsingskosten vallen ten laste van de werkgever. De tijd die wordt besteed aan de opleiding, maakt deel uit van de arbeidstijd.
Deze wijzigingen treden nog niet in werking. Het voorontwerp is momenteel voor advies naar de Raad van Stage gestuurd.